1. De onsterfelijke papegaai: Transcriptie van audiocassette
VAN DE BROEK β Morgen Dekwaadsteniet Annie weg?
DEKWAADSTENIET β Ja maar even zo het water zit er al in alleen de koffie nog!
VAN DE BROEK β (β¦) langs bergen hoog langs heuvelen slaat de adelaar zijn vleugelen (β¦) Twee kopjes koffie de man! Een twee drie schepjes de man! (β¦) schaduwvelden werpt hij ter aarde (β¦)
SPEETJES β Morgen meneer Van de Broek!
VAN DE BROEK β Jongens wat zijn jullie luidruchtig en wat blijven jullie lang weg de pauze is al bijna voorbij!Β Er ligt hier een hartenvrouw op de grond!
JONGE β Morgen meneer Van de Broek! Zaken meneer Van de Broek!
VAN DE BROEK β Ga nou maar zitten de koffie komt eraan! (β¦) het machtig oog (β¦)
JONGE β Kunt niet zien of het mannen of vrouwen zijn aan de buitenkant!
SPEETJES β Moeten ze voor opereren! Weet u meneer Van de Broek waarom ze een papegaai met een postduif kruisen? Kan hij naar de weg vragen!
VAN DE BROEK β Leuk! Ahum! Kan hij naar de weg vragen! Het is anders wel wat met die beesten hoor jongens!
SPEETJES β Werken in een dierentuin de komende maand! Mij is alles best als ik die kooien maar niet hoef schoon te maken!
JONGE β Ben maar blij dat het geen olifanten zijn want van die kleine papegaaienpetsjes dat stelt niet veel voor!
SPEETJES β Nee stelt niet veel voor! Zal waar wezen! Zullen het bij jou op je brood smeren kom je er vlug genoeg achter! Ahum! En het vliegt ook mooi alle kanten uit heb je die muur gezien bij die rooie? Zit koud twee dagen op die zaal en moet je dat nou al eens zien!
VAN DE BROEK β Die rode papegaai van Kounellis? Is die niet opgezet dan? Daar kijk ik van op ik zal direct eens opletten ik zou gezworen hebben dat deze opgezet was maar als ze slapen zitten ze stokstijf! Zou het dan niet veel aardiger zijn geweest als ze die twee levende bij elkaar hadden gezet?
SPEETJES β Die twee levende bij elkaar? Weet niet zijn twee verschillende soorten en je weet nooit wat dat doet! Niet aan dat lepeltje likken Jonge ik moet ook nog!
VAN DE BROEK β Twee levende dus en een opgezette!
JONGE β Klopt meneer van de Van de Broek een grijze een rooie en een blauwe!
SPEETJES β Twee slappe en een stijve!
JONGE β Die rooie met staart is een ara maar die stijve zit zonder staart net als die grijze roodstaart! Wacht!
VAN DE BROEK β Wacht?
JACO β Ahum! Dan heet die ara toch zeker rode roodstaart! Of een rood roodhoofd of een rode tweepoot! Belachelijk! Zo kan ik ook alles weten! Jakoβs zijn wij Jakoβs! Overigens is de ara een Ara militaris militaris!
ZUSTER β Het beestje moet een naam hebben of je het nu breien of haken noemt voor het breien of haken maakt dat niets meer uit het doet stof ontstaan!
JACO β Jacoβs zijn wij en daar zijn wij trots op!
ZUSTER β Laat mij eens even kijken of het al lang genoeg is?
JACO β Als het maar dik is geen doen zonder veren hierzo thuis had dat misschien nog wel gegaan maar hier!
VAN DE BROEK β En die blauwe dan?
JONGE β Hartstikke blauw is hij!
SPEETJES β Goed onder de verf! Je kunt er niet aan zien wat voor een het is maar het is er net zo een als die grijze hij is gekleurd door de kunstenaar een fransoos maar die rooie is goed link en niet in een kooi!
VAN DE BROEK β Daar mogen we dan best goed voor uitkijken met die schoolklassen en zo. Misschien moeten we er een hekje omheen zetten!
SPEETJES β Volgens mij is het een valse!
JONGE β Ja maar jij treitert hem!
SPEETJES β Ahum! Dat kleine beetje lawaai. Papegaaien praten nu eenmaal dat heeft niets met treiteren te maken! Als het hem niet bevalt zegt hij het wel hoor hoort er allemaal bij en dat weet de baas ook wel als hij ze hier naar binnen haalt! Maar het parket dat is heel wat erger dat bijt er allemaal in en die wand! De lappen hangen er al aan!
VAN DE BROEK β Dan moeten we daar bakken onder zetten een hek erom en bakken eronder! Dat moeten straks Piron Ketelaars en Cox maar doen ik loop zo meteen even naar Wolven!
JONGE β Ahum! Dat mag natuurlijk weer niet! Maar laat maar lopen! We weten toch onderhand wel hoe ze daar hier over denken trouwens het zou dan alleen bij die rooie moeten die grijze zit in een kooi daar zit al vanzelf een bak onder!
SPEETJES β Er komen van de week bij die rooie nog plantenbakken met cactussen!
JONGE β Voor eronder? Dat is toch even goed zonde!
SPEETJES β Cactussen kunnen veel hebben als je er maar niet op gaat zitten!
JONGE β Wie verzorgt ze eigenlijk die beesten?
SPEETJES β Biggelaar! Die grijze is van hem! Jouw eerwaarde collega!
JONGE β Biggelaar? Dan mag je wel uitkijken met je getreiter!
VAN DE BROEK β Het mag niet! En er komen nog cactussen onder!
JONGE β Spuit elf!
SPEETJES β Maar ik moet ze toch een beetje wakker maken dat is geen treiteren dat hoort bij het werk! Ik ben de eerste op die zaal vanochtend ik moet er voor zorgen dat het er allemaal goed bij hangt en het valt allemaal best wel mee ik heb ze voorzichtig wakker gemaakt! Goedemorgen heren of dames! Kan ik niet zien! Kan je dat zien? Dus hoe gaat het ermee? Lekker geslapen? Dat ze zich hier thuis voelen!
JONGE β Ahum! Een babbeltje!
SPEETJES β En of ze al zin hadden in ontbijt! Geprakte banaan maar dat ik dat niet op bed breng en ze daarom wel even de veren op moet schudden!
VAN DE BROEK β Je kletst teveel koeterwaals Sjef Speetjes!
SPEETJES β Nee meneer Van de Broek! Papegaais! Lorre!
JONGE β En die schreeuw dan? Zeker goede morgen meneer Sjef Speetjes! Nee Speetjes je trok hem aan zijn staart!
VAN DE BROEK β Dat is zielig je mag ze niet plagen Sjef! Hoor je dat?
SPEETJES β Nee weet je wat dat was? Ik zal dat eens heel precies zeggen ik stond te kijken met mijn handen op de rug naar die rooie en hij sliep nog dacht ik met zijn kop achterover in zijn veren! Zou hij zo ook wat ruiken dacht ik nog maar hij zat te loeren dat zag ik wel een oog half open! Dus ik praat wat tegen hem zachtjes om hem wat op zijn gemak te stellen voorzichtig en ik ging langzamerhand wat dichterbij staan! Kijken wat hij doet als ik nog dichterbij kom nog een stapje je zag hem loeren en weet wat hij doet? Hap!
JONGE β Kop er af! Ha! Ha! Ha!
SPEETJES β Hap! Dat deed hij vanzelf! Die twee zonder staart geeft niets die zijn een stuk kleiner maar die rooie! Ik schrok me kapot!
VAN DE BROEK β Weten ze van elkaar dat ze er alle twee zijn? Die levende? Ze zien elkaar niet er zit een wandje tussen!
SPEETJES β Van horen wel! Ze kunnen alle twee die blauwe zien zitten!
JONGE β Ja ze roepen naar elkaar weet je wat die rooie riep? Buurman vechten? Maar ik zei net op tijd ahum moet dat nou? Je zit hier in een museum! En weet je wat ze ook doen? Ik nam een stukje van die grijze zijn banaan weg om dat aan die rooie te geven!
VAN DE BROEK β Heb jij ook al op twee gestaan?
JONGE β Ja net laatste kwartier kom er vandaan nu maar luister ik maak het af en toen zeg ik tegen hem en nou jij een stukje appel voor je buurman en dat geeft hij nog ook!
SPEETJES β Dat hebben ze van de apen geleerd thuis in de bomen!
JACO β Van de apen geleerd? Zijn ze een haartje betoeterd! Wij iets leren van de apen? Als er iemand iets van de apen geleerd heeft zijn ze het zelf wel het zijn apen! Ahum! Vroeger schijnt nog niet zo lang geleden vind ik en het stomme is (β¦)
ZUSTER β Ik ben geen aap Jaco dat weet je best! Ik ben geschapen naar Gods evenbeeld dus kijk uit met wat je zegt! Zal ik er voor de winter maar weer eens zoβn lekkere warme col opzetten op je truitje?
JACO β Apen!
VAN DE BROEK β Nee dat geloof ik niet!
SPEETJES β Ik geloof het best kunt ze alles leren! Weet je wat die ara aan mij vroeg? Of ik die blauwe niet wat dichter bij wou zetten!
VAN DE BROEK β Dat wel het zijn gezelligheidsdieren!
JONGE β Dan dacht hij zeker dat hij nog leefde! Zou hij dat niet zien?
SPEETJES β Horen wel denk ik! Maar zien?
JONGE β Ik vind het wel eigenaardig!
SPEETJES β En toch echt zo stijf als een pier!
JONGE β Er is ook een oogje uit!
SPEETJES β Weet je die grijze heeft ook iets droevigs in zijn ogen!
VAN DE BROEK β Het doet jou toch wel wat nietwaar? In je hart die beesten!
SPEETJES β Het lijkt wel of hij zucht die grijze dan knippert hij met zijn ogen en dan blijven ze even dicht!
JONGE β Die verveelt zich!
SPEETJES β Zou hij dat bij Biggelaar thuis geleerd hebben?
JONGE β Het zal daar thuis net zo gezellig zijn als hier op zaal! Hij ziet gewoon geen verschil kijkt nergens van op ik zal hem vanmiddag een goeie vuile bak leren!
SPEETJES β Zal zijn vrouw leuk vinden!
VAN DE BROEK β Kom daar is De Bont al!
JONGE β Wegwezen dan!